Zeg het met een… U2-liedje

Er zijn zo van die momenten dat zelfs Hallmark niet op adequate wijze kan beschrijven wat je iemand wil toewensen. ‘Kikker op’ (uiteraard met vergezellende afbeelding van een kikker) is dan wel ideaal voor een broer, tante of overgrootmoeder met een wintergriepje, maar als diezelfde overgrootmoeder al haar 15 kleinkinderen op twee weken tijd verloren heeft, is de kaart misschien wat ongelukkiger gekozen.

Gelukkig kan je in tijden van (emotionele of lichamelijke) pijn altijd teruggrijpen naar een songtekst. Zoals mijn ex-collega deze middag pienter opmerkte toen ik haar m’n eigen zielenroeselen voorschotelde: ‘Ja, ‘With or without you’, hé. Dat is eigenlijk gewoon pure U2.’ Een nieuw Hallmark-talent is opgestaan, people. Patenteren die handel! Beter had ik het zelf niet kunnen verwoorden en heel eventjes was ik, jawel, opgekikkerd.

De komende tijd zal ik echter wel nog een extra ladinkje wensen kunnen gebruiken. Hou jullie dus zeker niet in om mijn mailbox te bestoken met dergelijke feel good-spreuken. Kikkers en andere kleine amfibieën zijn very much appreciated tegenwoordig. Of U2-songs natuurlijk. Al krijg ik dan bij voorkeur liedjes à la ‘Beautiful Day’ en ‘Celebration’ in m’n inbox. Een beetje la vie en rose op tijd en stond kan wonderen doen. Bono heeft tenslotte niet voor niets die legendarische roze bril aangeschaft.

Posted in Down the rabbit hole | Leave a comment

Van het kastje naar de muur

De gevarendriehoek moet toch wel met voorsprong het meest fout gehanteerde verkeersattribuut ever zijn. Toegegeven, het is niet altijd even gemakkelijk om te bepalen waar je dat ding precies hoort neer te poten. Afgaande op de soms sterk variërende afstanden waarop mensen de driehoek plaatsen moeten we ons desalniettemin eens serieus vragen beginnen te stellen over het meetkundig inzicht van de gemiddelde Vlaming. Want ‘100 meter achter het voertuig’ komt bij de ene bestuurder in de praktijk neer op een luttele vijf meter, terwijl anderen de halve E19 lijken afgelopen te hebben vooraleer ze besluiten dat dit het beoogde plekje is om hun driehoek achter te laten.

Vandaag spotte ik de gevarendriehoek echter op een nogal erg ongewone plaats, namelijk: tegen de achterruit van de wagen zelf. Wat hier de exacte bedoeling van was zullen we wellicht nooit kunnen achterhalen, want er was in geen velden of wegen een automobilist met een geel hesje te bespeuren om even naar zijn of haar beweegredenen te polsen. Dit feit alleen al zou er kunnen op wijzen dat het allemaal in een rush verlopen is. Misschien was de bestuurder of zijn passagier onwel geworden tijdens de rit en gingen ze op het moment dat ik voorbijreed net op zoek naar een discreet plekje om ongewenste maaginhoud te deponeren. Waarbij ze waarschijnlijk op het laatste nippertje bedachten dat het verplicht is om eerst een gevarendriehoek te plaatsen. Dat dit om veiligheidsredenen is, was de automobilist blijkbaar niet duidelijk, anders zou een simpele logische denkoefening volstaan moeten hebben om te achterhalen dat het plaatsen van de driehoek op de auto even nutteloos is als hem simpelweg niet uitstallen.

Waarom, vraag ik me dan af, heeft hij of zij dan toch die moeite genomen om het ding uit te vouwen en daar neer te zetten? Ik zie eigenlijk geen andere mogelijkheid dan te concluderen dat het hier om een ambtenaar moet gaan. Want welke weldenkende mens zou er anders in staat zijn om een regeltje uit te voeren en daarbij het zelfstandig denkvermogen volledig uit te schakelen?

Dit alles neemt niet weg dat ik hoop dat de bestuurder in kwestie ondertussen zijn route weer veilig heeft kunnen verderzetten. Ambtenaar of niet, ik wens niemand een indigestie toe, zelfs niet als die het gevolg is van een uit de hand gelopen afterwork-receptie ter ere van een gepensioneerde collega-secretaris.

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Did you enjoy your Spain? Yes, except for the gotness.

Weerpraatjes worden eensklaps een pak interessanter als ze interraciaal zijn. Afgelopen weekend waren de Belg en de Koreaan naast mij op de trein het nazomerweer aan het evalueren. Na wat cijfers heen en weer gesmeten te hebben (’26 is okay but 36 is too hot’, aldus de stereotiepe klaagBelg), bleek de Koreaan geheel onverwachts ook niet zo’n fan te zijn van hoge temperaturen. Toen zijn compagnon hem vroeg of zijn verblijf in Spanje goed was meegevallen, antwoordde hij matig enthousiast: ‘Yes, except for the gotness.’

Ik zou nu een lang betoog kunnen afsteken over de negatieve impact van onze ingebakken drang tot klagen -ook wel het ‘hetisooknooitgoed’-syndroom genaamd -, maar eigenlijk ben ik het tegenovergestelde van zins. Klagen is namelijk net de essentie van goeie smalltalk. Want stel je voor hoe anders het treingesprek zou uitgedraaid zijn als de Belg en de Koreaan dit weekend geen problemen hadden gehad met het weer (of het nu in België of Spanje was). Dan waren ze blijven steken in een zinloos cirkelgesprek en hadden ze waarschijnlijk na vijf minuten hun smartphones bovengehaald om bij gebrek aan een interessante gesprekspartner hun gedachten dan maar te tweeten (en bij voorkeur ook vast te leggen op Instagram aan de hand van een of ander flou beeld).

Terwijl ze nu dankzij hun kritische reflectie over de oplopende temperaturen elkaar op een genuanceerde manier beter leerden kennen. Denk daar maar eens over na de volgende keer dat de kassierster in de Carrefour/de postbode/de beenhouwer (schrappen naar gelang persoonlijke voorkeur) laat vallen dat we ‘nu toch wel chance hebben met het weer’. Potentiële antwoordmogelijkheden voor de smalltalkrookies onder jullie: ‘Ja, da mocht wel na die kwakkelzomer.’, ‘Ja, maar volgende week is het alweer gedaan.’, ‘Ja, maar nu is het toch iets te warm naar mijn goesting.’
Succes verzekerd!

Posted in Down the rabbit hole | 1 Comment

Mijn mond is een asbak

Als dit geen ideale slogan is voor een antirookcampagne dan weet ik het ook niet meer. Een overbodige luxe zou zo’n nieuwe slogan alleszins niet zijn, want de buit tot nu toe is niet bepaald succesvol te noemen. Zijn in de loop der jaren al de revue gepasseerd: choquerende beelden van kapotgerookte longen, testimonials van kankerpatiënten en af en toe een semi-humoristische campagne waarbij de mond van de roker een uitlaat representeert. Want dat is natuurlijk de latente vrees van elke roker: op een ochtend vastgeketend aan de achterkant van een auto wakker worden met een uitlaat in de keel geramd.

Voorlopig is het doel echter nog niet bereikt. Zie: de 523 verse sigarettenpeuken die je elke ochtend op de treinsporen kan bewonderen. En al die boze rokers niet te vergeten die elke avond of weekendavond -afhankelijk van de beroepsklasse (of lack thereof) van de roker in kwestie- trouw op de stoep buiten hun stamcafé verzameld staan. Als er iets is dat het rookverbod verwezenlijkt heeft (naast een hoop pissed-off rokers) is het wel de mogelijkheid om eindelijk eens een adequate volkstelling te kunnen houden. Op een dienblad gepresenteerd eigenlijk, nu alleen nog iemand vinden om ze ook effectief te tellen. En hen achteraf te stalken met antirookflyers en gratis staaltjes nicotinepleisters.

Los van het feit dat de slogan ons een klein stapje dichter zou brengen bij een verhoogd welzijn van de wereldbevolking, zie ik toch meer potentieel voor de zin als opener van een gedicht. Beeld je een doorwinterde roker in op een donker podium. Plots floept er een spot aan en blaast hij/zij met lichtkrakende stem de zin -en liefst ook een vergezellende sigarettenwolk- het publiek in. Het publiek dat slechts uit 4 mensen bestaat die in kleermakerszit op de grond zitten, druk aan het broeden op hun eigen gedicht in een Moleskine notebook.

Is Moleskine eigenlijk nog steeds de bijbel van de nouveau hipster?  Zo niet, dan volstaat in extremis een schoolschriftje dat 15 keer gerecycleerd is geweest (en waarvan de bladen door die overrecyclage zo geel/groen gespikkeld zijn dat je er amper een leesbare tekst op kan zetten. Iets wat voor sommige eigenaars van een dergelijk schriftje meer een zegen zou zijn dan een vloek, maar dit terzijde.)

Eigenlijk mag ik die arme rokers niet zo viseren, want wie ben ik tenslotte om te beweren dat mijn (of gelijk wiens) mond geen asbak zou zijn.

Posted in Down the rabbit hole | Leave a comment

Shake it like a Polaroid picture

De trouwe stalkers van mijn Facebookpagina (you know who you are) is het misschien al opgevallen, maar in tegenstelling tot vorige zomers zijn er dit jaar geen arty farty reispics in een fotoalbum met een al even arty farty naam te bespeuren. Dit om het simpele feit dat er gewoonweg geen foto’s zijn. Iets wat zeker niet aan de bestemming lag, er waren alleszins mogelijkheden galore om mij volledig te laten gaan in Berlijn.

Diezelfde trouwe volgers zullen ondertussen misschien al het een en het ander gelinkt hebben aan een recente Facebookupdate, zijnde mijn veranderde relationshipstatus.  Waar anderen niet kunnen slapen, eten of functioneren tout court als ze verliefd zijn, uit verliefdheid zich bij mij blijkbaar in het onvermogen om foto’s te maken. Op zich geen ramp, het is eens iets anders om een stad voor de verandering niet met intervallen van 15 seconden door een lens te bekijken. Een bijkomend nadeel is wel dat je om de drie seconden over andere toeristen struikelt die plots midden op een plein, straat of fonteinrand stilstaan om hun fancy fototoestel met zes extra hulpstukken boven te halen.

Ook nadelig is dat je achteraf (of na tien jaar), de hele reis niet nog eens kan herbeleven aan de hand van die 345 kiekjes. Voor mij persoonlijk geen probeem, ik ben nogal een fervente mental pictures-trekker, maar ik zit vooral in met mijn reisgezellin. Zij beschikt namelijk niet over zo’n ingebouwd toestel en het is helaas ook niet mogelijk om haar mijn eigen mental pictures uit te lenen, laat staan op haar Facebookpagina te posten.

Desalniettemin zou ik toch graag een dia-avond organiseren van onze reis. Op het eerste gezicht lijkt dit misschien een beetje nutteloos, maar alles hangt eigenlijk af van de juiste ingesteldheid. Je moet het meer bekijken als het bijwonen van een hypnoseshow. Wie erin gelooft, begint spontaan te blaffen op commando, terwijl de diehard nonbelievers zich opvreten over die 35 euro die ze betaald hebben om andere losers te zien blaffen op commando.
Aan jullie de keuze.

Posted in Down the rabbit hole | Leave a comment

Google is my homeboy

Zegt de ene senior tegen de andere: ‘Ik heb mij ingeschreven voor een internetcursus. Want het is Google al hier en Google al daar, maar hoe werkt dat feitelijk?’  Zijn compaan, toch ook late zeventiger, reageert sceptisch. ‘Maar ge moet toch helemaal geen cursus volgen. Da’s heel simpel. Ge opent gewoon Internet Explorer en dan typt ge bijvoorbeeld ‘biljart’ in en dan krijgt ge alles over biljart.’ De internetrookie keek bedenkelijk. ‘Mja, ik zou dat toch allemaal graag eens stap voor stap zien.’

We zouden het bijna vergeten, maar zeker voor de jonkies onder ons (geboren na 19google-it) is een wereld zonder Google ondenkbaar. Persoonlijk vind ik dit by far de beste uitvinding sinds sinaasappelsap zonder pulp. Oké, onze hersenen worden er ongetwijfeld lui door, maar bedenk eens welke informatie ons allemaal niet zou bereiken als Larry Page en Sergey Brin gedoctoreerd hadden in -ik zeg maar iets- de fotosynthese van de alg.

Informatie die niet altijd, zoals de hardnekkige anti-Googlelaars vaak beweren, in encyclopedieën te vinden is. Om even een voorbeeldje uit het eigen leven gegrepen te nemen: ik heb dus sinds kort een kat en dat bracht/brengt wel wat onzekerheden met zich mee. Een blik in mijn zoekgeschiedenis van de laatste weken geeft tegelijkertijd eigenlijk ook een kijk in mijn mentale toestand. Gaande van: nadelen huiskat, gebruik krabpaal, zindelijk maken kat (zoektermen uit het pré-kattijdperk) tot kenmerken krolsheid kat, voordelen sterilisatie, oorzaak tranend rechteroog kat (specifiek zijn is belangrijk tijdens het googelen) en ‘hoelang kan ik een kat alleen thuis laten.’

Stel dat ik Google niet had gehad in deze situaties, dan zou mij dat vele slapeloze nachten bezorgd hebben (wegens gepieker over de krolse kat èn wegens de krolse kat zelf). Terwijl ik nu na een vlugge googlesessie ontdekte dat de reden waarom mijn kat quasi permanent miauwde, met haar kont omhoog rond mij paradeerde en constant geaaid wou worden, geen trauma was uit haar asielverleden, maar een doodnormaal (yet annoying) gevolg van krolsheid.

Nu zou je nog kunnen tegenwerpen dat dergelijke informatie ook op andere manieren te verkrijgen is, maar het leuke extraatje aan Google is dat je gratis en voor niets geruststelling krijgt van gelijkgestemden (in dit geval overbezorgde kattenbaasjes). Zo kon ik na het kattenforum doorgenomen te hebben met een gerust hart een nachtje buitenshuis slapen zonder dat ik er moest mee inzitten dat ik bij terugkomst een dode kat (of vernielde inboedel) zou terugvinden.

Al verstop ik de volgende keer mijn knuffelbeesten wel beter op een minder opzichtige plaats, want deze avond vond ik mijn ijsbeerknuffel in het midden van de living terug, volledig ontstaart en omringd door witte pluimpjes…
Voor sommige zaken kan zelfs Google je niet behoeden.

Posted in Down the rabbit hole | Leave a comment

Huis-tuin-en keukensociologie

Search no more, want ik heb zojuist hèt wondermiddel tegen misantropie gevonden. En dat zomaar midden op straat. De straat (en bij uitbreiding de stad) is normaal gezien een plek waar het niet zo heel moeilijk is om je te ergeren aan andere mensen. On top of my list een situatie die ieder van jullie ongetwijfeld al heeft meegemaakt: je loopt op het voetpad, plaats in overvloed, tot plots een groepje van twee (soms drie) mensen vanuit de tegenovergestelde richting nadert. De tijd tussen deze constatering van een mogelijk hinderlijke confrontatie en de effectieve kruising is moordend voor de misantrope loner.

Terwijl het naderende groepje zich in de meeste gevallen van geen kwaad bewust is, loopt de misantroop zich al op voorhand op te jagen over het veronderstelde asociale gedrag van de tegenliggers. Die zullen het namelijk zeker verzuimen om plaats te maken waardoor hij/zij verplicht wordt een aantal meters op straat te lopen. Deze situatie herhaalt zich nog ettelijke keren tijdens het bestaan van de misantroop tot hij vindt dat de maat vol is en de eerstvolgende tegenliggers met opgeheven hoofd hautain van het voetpad dwingt en zo hèn in de rol van mensenhater duwt. Je begrijpt dat dit allesbehalve bevorderlijk is voor het verdere vreedzaam samenleven van de mens.

Daarom bekijk ikzelf in dergelijke situaties het leven door een Moeder Theresa-bril (vergelijkbaar met de roze bril, maar dan geitenwollensokkeriger geïnspireerd). Als ik het pleit in soortgelijke tweestrijd moet beslechten, sus ik mezelf met de gedachte dat mijn tegenliggers niet per se de egocentrische zakken zijn waarvoor men ze zou aanzien. Zij beschouwen zichzelf gewoon niet als groep, maar als individuen, waardoor ze niet automatisch -volgens de logica van de misantroop- als eerste opzij moeten gaan.

Een terugkeer naar een collectieve samenleving lijkt in die zin dus de enige mogelijke oplossing om verdere verzuring tegen te gaan. Of gewoon bredere voetpaden maken.

Posted in Down the rabbit hole | 1 Comment

You jump, I jump, remember?

Als ex-diehard Titanicfan kon ik het natuurlijk niet maken om géén blogpost aan de RMS Titanic te wijden. Niet alleen is het exact 100 jaar geleden dat de boot (excuse me, het schip) tegen een ijsberg aanschuurde, zo’n 15 jaar terug heb ik ook samen met duizenden (wat zeg ik, miljoenen!) andere tienermeisjes in wording mijn persoonlijke bijdrage geleverd aan het box office succes van de film door 4 keer langs de kassa te passeren. Al was dat natuurlijk voornamelijk om, ik beken, Leonardo op groot scherm te bewonderen. (Ik had zelfs met graagte voor een keer nog eens mijn Leo-poster omhoog gehangen, maar die heeft de tand des tijds helaas niet doorstaan.)

Leonardo Dicaprio aka Jack Dawson was in die tijd dan ook wat de prins op het witte paard was voor zij die tiener waren voor 1997. Prins/onzijdig, voor alle duidelijkheid, want zelfs zij die zich liever te paard laten vervoeren door een prinses in plaats van een prins, hanteerden Leo als maatstaf. Kate mocht er zeker ook zijn, maar zij verloor toch wel serieus wat credit toen ze in een van de laatste scènes het volledige brokstuk inpalmde en zo poor Jacks lot op de zeebodem bezegelde.

Volgens mij geeft Titanic ook een veel gezondere visie op eeuwige liefde dan die in pakweg De Schone Slaapster. Een door de kou verkleumde Jack die Rose laat beloven dat ze haar best zal doen om gelukkig te worden na zijn dood en Rose die hem vervolgens zonder verpinken in de oceaan laat zakken en als een gek op dat fluitje begint te blazen om de aandacht van de reddingssloep te trekken. Een staaltje closure om U tegen te zeggen. Faut le faire!

Desalniettemin heb ikzelf ook lang gehoopt dat een lang verloren liefde me op een onverwachts moment weer zou komen wakker kussen.  Maar dat was buiten mijn macht, ik was tot mijn 12de dan ook gebrainwasht door al die Disney-sprookjes met hun verdomde happy ends altijd.

Ondanks mijn eeuwige bewondering voor Leo hoop ik in de toekomst toch wat vaker aan de andere kant van dat stuk hout te liggen. Of nog beter: bengelend aan de boeg van het schip om wat aan dolfijnenspotting te doen. Maar dan wel zonder die melige Céline Dion als achtergrondmuziek. En als het even kan, wil ik ook dat mijn geliefde mee de oceaan in duikt als ik door een misstap van het schip zou afdonderen. Samen uit, samen thuis!

Posted in Down the rabbit hole | Leave a comment

Als de nood het hoogst is

Deze ochtend zat ik, het bloed kruipt waar het niet gaan kan, op een van de toiletten op het werk. Openbare wc’s vermijd ik normaal gezien liever als dat enigszins mogelijk is, maar als je 8 uur per dag on the job aanwezig moet zijn, kan je niet anders dan je af en toe eens naar het kleinste kamertje begeven. Zo ook deze ochtend. Net zoals op mijn vorige werkplaats heeft een of andere flauwe plezante toiletarchitect echter besloten om het hokje zowat aan elke kant van openingen te voorzien. Voor optimaal (kijk-) en luisterplezier. Die extra surroundgeluiden moet je er dus bijnemen, of je dat nu graag hebt of niet.

Terwijl ik mij zelf net op de wc-pot geïnstalleerd had en de vrouw naast mij de eerste waterstraal hoorde lossen, vroeg ik mij plots af of het niet handiger zou zijn als we deur en tussenschot gewoon volledig zouden laten weghalen. Mannen doen het tenslotte ook en plein public en lijken daar -een paar uitzonderingen niet meegerekend- geen al te grote problemen mee te hebben. En uiteindelijk hebben we allemaal jarenlang de gezamenlijke douchesessies moeten ondergaan op de middelbare school en dat terwijl onze lichamen in volle ontwikkeling waren. Qua fysieke gêne zijn we dus wel al wat gehard door de jaren heen.

Blijft natuurlijk de vraag hoe we dat praktisch gaan aanpakken. A la Française, rechtopstaand met de plastuit in de hand of zoals de oude Romeinen gezellig neergehurkt op een rijtje? Sowieso is het een uitstekend alternatief voor de koffieautomaat om te socializen met je collega’s. En het verkleint bovendien ook de kans op affaires op het werk, aangezien de sexes hun 11 o’clock break apart zouden doorbrengen en dus minder gelegenheid hebben om budding romantische gevoelens te ontwikkelen. Come to think of it, misschien moeten we de toiletten net wèl gezamenlijk maken om diezelfde affaires te voorkomen. Geen grotere turn-off dan je collega met de broek op de enkels haar plastuit zien leegschudden. Tenzij dat net je ding is natuurlijk.

Posted in Down the rabbit hole | 1 Comment

Het land van melk en honing

Het grootste nadeel aan non zijn (of 70+) is dat je naast al dan niet gedwongen abstinentie, ook sociaal verplicht bent des zomers in zwarte panty’s en met een (zelf)gebreide trui over straat te lopen. Ijdelheid zal hier wel voor een deel mee te maken hebben -naar ‘t schijnt zijn die spataders geen pretty picture- maar volgens mij is het vooral een kwestie van temperatuur.

Oude mensen hebben het namelijk altijd koud. Het grootste bewijs is mijn grootmoeder. De laatste jaren is het bij haar thuis een minisauna als we op bezoek komen (niet bevorderlijk voor de eclairs), terwijl zij toch echt niet het type is dat geld over balken gooit. Sterker nog, zij zou zichzelf nog liever hink-stap-spronggewijs over die balk smijten, als ze er per ongeluk een stuk van vijf cent zou hebben laten vallen. Om maar te zeggen, koud bloed moet wel inherent in het DNA van oude mensen verankerd zitten.

Een andere mogelijke verklaring is dat ze hun lichaam preventief aan het voorbereiden zijn op het nakende vagevuur. Want let’s face it, bitter weinigen onder ons zullen na 80/90 jaar een vlekkeloos parcours hebben afgelegd en zo wellicht hun plaatsje in het hemelrijk mislopen. In die optiek mag een non statistisch gezien eigenlijk best een ontblote schouder en/of bovenbeen meer laten zien dan de gemiddelde 70-plusser. Al zou diezelfde grootmoeder dat tegenspreken. Zij heeft haar jeugd namelijk doorgebracht in een pensionaat geleid door nonnen en was toch niet zo overtuigd van hun morele superioriteit.

Moreel superieur of niet, ikzelf laat mijn winterjas vanaf 21 maart gewoon op stal. Ik ben dan ook niet van plan mijn oude dag in de hemel noch in de hel door te brengen. Ik zet al mijn aflaten in op het zogenaamde land van melk en honing. Dankzij mijn jarenlange steun aan de suikerindustrie kan het niet anders of mijn toegangsticket daar is automatisch verzekerd. Pannenkoekenbomen en rivieren van limonade, here I come!

Posted in Down the rabbit hole | Leave a comment